DE GEPORTRETTEERDE MISDADIGER
In hoeverre komen criminelen en bad characters in thrillers overeen met de werkelijkheid? We lezen graag over beweegredenen achter de duistere kant van de mens. Daarvoor moeten we dan wel sporen van menselijke eigenschappen herkennen. Zijn er die in het echt eigenlijk wel altijd, vraag ik me af. Hoe kil en gewetenloos zijn wezens die het leven van anderen in een hel veranderen? En slachtoffers de rug toekeren alsof ze namens postNL een pakket hebben bezorgd? Hoeveel of hoe weinig weten we eigenlijk van wat er omgaat in the criminal mind?
De mens kent een overlevingsdrang en deze wordt in minder ontwikkelde landen voor velen zwaarder op de proef gesteld dan voor ons westerlingen. Een taxichauffeur in Dubai schetste mij een beeld van hoe gevaarlijk het leven in Bangladesh is, zijn thuisland. Criminaliteit om te overleven. In grote delen van de wereld heersen andere waarden en normen. Je verkoopt je kinderen. Je zit in de heroïnehandel, Je smokkelt mensen. Alles om een levensstandaard te verkrijgen waarvan jij denkt dat die je toekomt. Maar ook in het westen is een illegale daad soms verleidelijk. Een Roemeense vrachtwagenchauffeur die uitgebuit wordt op de West-Europese arbeidsmarkt en de kans grijpt om tegen betaling migranten van A naar B te brengen. Is hij eigenlijk niet meer een slachtoffer dan een dader?
Een belangrijke factor is volgens mij gelegenheid: wat komt er op je pad. Een Poolse inbreker in mijn thriller Schakels plaatst advertenties in supermarkten om aan huis computers te komen repareren. Zijn feitelijke doel is toegang tot woningen als toekomstig doelwit. Totdat een gesprek met een crimineel die zich in een meer lucratieve tak bezighoudt, hem op een beter idee brengt: vrouwenhandel. Hij stijgt op de ladder van aanzien en zijn toekomstige slachtoffers verliezen meer dan alleen een computer of een mobieltje. Heb ik hem te veel als een mens geportretteerd? Hoe zit zo’n type werkelijk in elkaar? Deze man heeft toch een ander startpunt dan de Roemeense chauffeur, niet?
De thrillerschrijver heeft als opdracht zijn lezer – die al een groot scala aan crimineel venijn achter zijn kiezen heeft – een geloofwaardig verhaal voor te schotelen, dat verteerbaar is. Het moet te bevatten zijn anders haken mensen af, vermoed ik. Misschien begeven we ons daarmee te vaak op het verkeerde spoor. Door teveel menselijke eigenschappen toe te dichten aan predators, die achteloos over een lijk heen stappen.
Fictie kent een code. Het is erg onbevredigend als de hoofdpersoon in het laatste hoofdstuk onder de bus loopt en jou als lezer daarmee de ontknoping van het verhaal ontzegt. Daar lees je geen 300 bladzijdes voor. Dat is dus not done! De misdadiger een menselijk gezicht geven is evenmin onontkoombaar, maar lang niet altijd reëel.