BEVEILIGINGSCOMPAGNIE 435
1980. Het was de tijd van de Koude Oorlog en als dienstplichtig militair liep ik gewapend wacht bij een opslagplaats van kernwapens in Duitsland. 435 Infanterie Beveiligingscompagnie. Menige Nederlandse jongeman heeft hier gediend. In een uitgestrekt bosgebied ten oosten van Dortmund was een legerplaats waar Amerikanen, Belgen en Nederlanders rond de klok een bewakingsfunctie hadden.
Een aantal grote bunkers lag omringd door prikkeldraad en wachthuisjes, met een inhoud die als geheim te boek stond. Geregeld landden er Chinook-transporthelikopters. Je weet wel, van die grote die je vast kent uit een Vietnamoorlogsfilm. Alles verliep volgens een streng protocol. Na elke dienst werden de kogels geteld. Ik kan me de commotie herinneren toen een van onze maten een kogel kwijt was. Alles werd binnenstebuiten gekeerd totdat die teruggevonden was.
Wekenlang zaten we afgezonderd in een mannenwereld. Omdat een eerdere lichting een nabijgelegen dorp op zijn kop had gezet, mochten wij de kazerne niet af. De kameraadschap onderling was groot. In een barak deelden we met 27 man een rommelige kamer met stapelbedden. Een levendige bende. Ik was chauffeur op een jeep en reed vroeg in de ochtend vanaf het bunkerterrein naar de kazerne om de officieren te wekken. Dan bracht ik broodjes mee uit de keuken. Er was een goede sfeer.
Je zag je levensweg onderbroken door een dienstplicht. Mensen van allerlei pluimage, allemaal in hetzelfde bootje. Helaas was ook deze wereld niet vrij van onderscheid der klassen. Officieren en soldaten.
Maar goed. Hebben we er in abstracte begrippen nog iets geleerd? Tolerantie, acceptatie van je situatie en openstaan voor anderen. Het keurslijf was voor iedere soldaat gelijk. Terugkijkend nog niet zo’n gekke tijd. Het bracht mensen uit verschillende milieus verplicht bijeen. En dat zou ook nu nog een educatieve functie kunnen hebben.