KLASSIEKERS OP HET LOO
Ik heb niets met auto’s, maar de aankondiging van het Concours d'Élégance bij Paleis Het Loo die ik op het internet tegenkwam, is zo verleidelijk dat we op een bewolkte zondag naar Apeldoorn rijden. De dertiende editie van de tentoonstelling van klassieke auto’s uit vervlogen decennia vindt plaats op de omzoomde grasvelden langs de oprijlaan naar het Paleis. In een sfeervolle setting begeven we ons onder mensen met een duidelijke passie voor dé uitvinding van de vorige eeuw, de automobiel.
Het park is smaakvol ingericht met een fraaie afwisseling tussen met liefde verzorgde auto’s, stands met producten voor de autoliefhebber en eettentjes die je onrecht aandoet als je ze de term ‘stijlvol’ ontzegt. Een glossy folder geeft aan dat de bezoeker met een klassieker (auto gebouwd voor 1976) gratis mag parkeren op het evenemententerrein. Tussen deze wagens wandelen we het terrein op. Veel oude types uit grootvaderstijd die ik als kind over de rustige wegen van de jaren zestig zag rijden: de Citroën DS, de Renault 4, de Simca 1000 en de DAF. Sommige ervan staan te koop.
Wat opvalt is de staat van onderhoud. Perfect! Mooi in de lak en een smetteloos interieur, alsof de kilometerstand nog onder de 100 prijkt. Er is een catwalk waar ieder uur bijzondere vierwielers getoond worden en door kenners bewierookt worden. De Porsche 550 Spyder verschijnt ten tonele. Dit is het type waarmee de acteur James Dean in 1955 in Californië verongelukte. Nog meer auto’s met voldoende rondingen om ervoor te pleiten dat het woord auto een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is. De een in de vorm van een kogel, de ander als een raket op wielen. Er wordt met passie gesproken over onze onmisbare huisvriend en enige kennis van zaken is wel handig. Je moet verstand hebben van auto’s of verdomd goed kunnen notuleren om alles bij te houden. Ik heb in heel mijn leven nog niet zo’n warm enthousiasme gekend voor auto’s als nu. De zon is inmiddels doorgebroken.
Er is een kort parcours waar een twintigtal coureurs met hun primitieve voertuigen knetterend op een finishvlag afstuiven. De commentaarstem behoort tot de man die voor de jus zorgt. ‘Aaah, lieve mensen. Bij mij gaan de tepels omhoog,’ zegt hij als een oude man z’n Bentley voor de eindstreep tot stoppen kan dwingen. De spreker kan goed observeren: ‘En dan nu een stoomauto, in de tijd dat we klaargestoomd worden voor een stroomauto.’
Er wordt veel gefotografeerd. Autospotters. Ze kunnen hun geluk niet op. Waar een motorkap opengaat, werpt menig bezoeker ademloos een blik op het geheim van de smid. Ook het geheugenkaartje van mijn camera loopt vol met voldoende detailfoto’s om er een aardig Memoryspel van te vervaardigen. Klassiekers op Het Loo. Tijd voor een broodje zalm bij een ambachtelijke visrokerij, waarvan de eigenaar het vak in Alaska heeft geleerd. Er is muziek. Een keurige heer in een trenchcoat draait Jazz lp’s.
Nee, in het eerste weekend van juli hoef je niet verveeld thuis te blijven zitten. Wat me nou het meest verraste? Dat de ambiance van een evenement over een onderwerp dat me al een leven lang koud laat, me toch binnen weet te slepen en me het gevoel geeft opgenomen te worden in de ogenschijnlijk hechte kring van de autoliefhebber.