LOSKOMEN VAN HEBBEN EN DOEN
Mijn derde dag in Noorwegen begint als die van zo vele Noren. Ik sta in de ochtendfile bij Alesund, het stadje waar ik verblijf, 500 kilometer ten noorden van Bergen. Ik ga graag vroeg op pad. Ik rijd zuidwaarts en kom na een overtocht per veerboot en een rit door een tunnel van 28 kilometer in een rustig landelijk gebied. Fraaie Noorse huizen, die zich kleurrijk aftekenen tegen al dat groen en een asfaltweg die om de 500 meter een inham heeft om tegemoetkomend verkeer te passeren.
Ik sta net een steenrijk riviertje te fotograferen, als een vrouw met haar slapend kleinkind in een buggy voorbij loopt. We raken aan de praat en ze wijst naar de overkant van de weg en zegt: ‘Waarom ga je daar niet heen? Mooi park, de weg loopt wel dood.’ Romedalen, leest het bordje. Het is een natuurpark. Op instructie werp ik 50 kronen in een brievenbus en rijd over een karrenspoor het park in. Op twee plaatsen zijn er poorten; er lopen koeien en schapen rond. Het is een brede, vruchtbare vallei met fraaie zwerfstenen, een meanderende beek en begroeide bergruggen. Noorwegen is een fantastisch land voor dieren, bedenk ik me. Ik ben er alleen. Moederziel alleen. Het is een aangenaam warme dag. Vreedzaam. Voorzichtig volg ik het natuurpad. Na een bocht zie ik warempel kampeerders, een ouder echtpaar met een camper met de luifel open. De man staat met een verrekijker de heuvelrug te bestuderen. Ik stop en kom erachter dat ze hier al enkele jaren kamperen met speciale toestemming van de eigenaar. De herten die hij observeerde, zijn weg; mijn luide stem heeft ze verjaagd, zegt de man op milde toon. Hij straalt iets uit dat ik even later – als ik weer in de auto zit – kan verwoorden: loskomen van ‘hebben’ en ‘doen’ en zich teruggeworpen voelen op ‘zijn’.
De vallei – Romedalen – ontvouwt zich tot een natuurfenomeen dat me helemaal losweekt van het maatschappelijk wezen dat met Facebook- en Linkedin-aanzien naar z’n pensioen hobbelt. Er komt een rust over me en een overtuiging dat dit moment me altijd zal bijblijven. Noorwegen is fantastisch mooi. Het riviertje verwijdt zich en de kalmte waarmee de schapen me laten passeren, verraadt dat er meer bezoekers komen dan alleen ik. Na zeven kilometer nader ik het einde van het dal, net zoals de vrouw gezegd had. Ik keer en neem alle tijd voor de terugtocht. Het gevoel houdt nog even aan als ik door een praktisch onbewoond gebied langs blauwe meren m’n weg vervolg naar de veerboot die me weer naar de bewoonde wereld voert. Een mooie dag, mijn dag.
Maar zie… Na de laatste veerboot wordt het weer drukker op de weg. De Noren zijn geen verkeershufters, dat scheelt. Ik laat de magic van Romedalen achter me en kom aan in het hotel waar de hotel key van m’n kamer opnieuw moet worden geactiveerd, omdat hij gevoelig is voor de nabijheid van een mobiele telefoon. Ik moet morgen niet vergeten te tanken. ‘Hebben’ en ‘doen’ ontfermen zich weer over me. Maar ja, hoe kan het ook anders. Dit is de wereld die voor ons is bedacht.