ODE AAN DE KASSIERE
Overal waar mensen samen zijn heerst een cultuur. Zelfs bij de bushalte waar iedere ochtend dezelfde zeven mensen staan te wachten op de bus van 7.28 uur, kan samenhorigheid ontstaan. Op een ochtend staan er zes en bij het instappen ziet één van hen de zevende in de verte aan komen rennen. ‘Chauffeur, wacht u nog een ogenblik alstublieft.’ Fijn dat dit nog bestaat.
Op de werkvloer is dit niet anders. Nu kan het zijn dat in de hectiek van de dag blijken van medemenselijkheid uitblijven. Het is een vanzelfsprekendheid dat hij of zij er is en dat werk doet. Ik weet niet hoe het er in een supermarkt aan toe gaat, maar als ik één beroep moet noemen waar we met z’n allen achteloos aan voorbijlopen, dan is het dat van kassière. Zelden zien we iemand een beroep uitoefenen dat we van zo dichtbij in al z’n facetten waarnemen. We kunnen zelfs alle door haar gevoerde communicatie met klanten opdreunen. (‘Heeft u een bonuskaart?’) Soms zit ze in stilte achter de kassa op een volgende klant te wachten, maar vaak puft de band waar de boodschappen opgelegd worden onder de werkdruk. En die winkel sluit pas om 22.00 uur. Dat jij en ik tegenwoordig laat in de avond nog bij een supermarkt binnen kunnen vallen voor dit of dat, kan wel omdat zij daar nog zit, op diezelfde vierkante meter. Laatst schoten de kassière en ik gelijktijdig in de lach, toen de vrouw een driehoekige verpakking van Toblerone aanzag voor het voorwerp dat een nieuwe klant aanduidt. Ze verontschuldigde zich. Haar dienst zat er bijna op. Nog maar eens iemand een prettige dag toewensen. Bonuskaart, koopzegels, zegels voor de ovenschalen, bonnetje, snoepje voor de kleine en prettige dag. En dat in het honderdvoud. Dag in dag uit. We lopen bij haar weg, mompelen iets of slaan geen acht op haar, alsof het de vrouw van de navigatie in de auto is.
De kassière is wel degelijk een belangrijke vrouw. Ze kan je net die kleine glimlach toewerpen die jij nodig hebt om zelf de dag door te komen. Ze zet jouw tas achter de kassa als je portemonnee nog in de auto ligt. Ze wrijft jouw pinpas schoon als hij het herhaaldelijk niet doet. Ze wijst je erop dat deze week de tweede fles Allesreiniger gratis is. Ze heeft oog voor de bejaarde klant die iedere ochtend even na achten al bij haar kassa staat. Klein praatje. Misschien wel het enige praatje dat die klant die dag voert.
Weglopen of even achterover leunen is er niet bij. En dat vinden wij allemaal maar doodgewoon. Ja, ze wordt betaald. En ja, als het werk haar niet meer bevalt, kan ze iets anders gaan zoeken. Ook een mooi stukje theorie dat ik nog bevestigd moet zien in het Nederland van 2017. Mijn sympathie heeft ze, de kassière. Ze werkt harder dan ik. Dit moet mijn baas niet lezen.