VIER DORPEN VERDEROP
Vier dorpen verderop. Zondagochtend, half zeven. Twee politieagenten zijn op weg naar een adres voor een onheilsbericht. Ze bellen aan bij een woning. De agenten schrapen hun keel en kijken elkaar bemoedigend aan. De dag ontwaakt.
Vier dorpen verderop. Zondagochtend, half zes. Een jongeman, net in de twintig, gaat naar huis na discotheekbezoek. Hij zit in de auto bij een vriend, die de weg kent als zijn broekzak. Onbevreesd rijdt deze met hoge snelheid door de nacht, totdat de rechterwielen van het asfalt raken en in het niemandsland tussen weg en berm belanden. Rechts van hem een ondiepe sloot en een maïsveld. Het is minder dan twee seconden voor het ongeluk. De bestuurder reageert impulsief en trapt onwetend in de stropersstrik die landelijk in alle lagen van de bevolking huishoudt. Zonder gas terug te nemen, zonder de wetenschap dat hij in de berm moet blijven en de auto moet laten uitdrijven totdat hij dertig rijdt, geeft hij een ruk aan het stuur om terug op het asfalt te komen. Als door een katapult wordt het voertuig gelanceerd en hij knalt aan de andere kant van de weg tegen een boom. Zijn maat is op slag dood, de chauffeur zwaargewond.
Vier dorpen verderop belt een van de agenten opnieuw aan bij de woning. Ze wonen landelijk, deze mensen. De stilte van de ochtendrust is verpletterend. De deur gaat open en de agenten kijken in het gezicht van een man en vrouw die aan één aanblik genoeg hebben.
In het dorp is iedereen in shock. ‘Had hij de auto maar laten gaan, dan was hij het maïsveld ingereden,’ zeggen mensen. Een duizendtal dorpsgenoten bezoeken de uitvaartdienst. De jongen was een getalenteerde voetballer. Een gezin dat nooit meer hetzelfde zal zijn en wankelend op zoek moet gaan naar een nieuw evenwicht, blijft verbijsterd achter.
Vier dorpen verderop branden kaarsjes en liggen bloemen en brieven op de plek waar de man het leven liet. Een boom staat gehavend, maar overeind. Mensen staan stil. De tijd staat stil. Voor even. Niet veel later weer een weekend, een nieuwe uitgaansavond. Opnieuw op een nachtelijk uur spontaan instappen bij een kennis. Verliezen bestaat niet.
Houdt het ooit op? Willen we dat het ophoudt? Of denken we: het gebeurt altijd ergens anders. Vier dorpen verderop.