top of page

ZIJ DIE VRIJUIT GAAN



In het eerste hoofdstuk van Geheim dossier Odessa van Frederick Forsyth pleegt een gedesillusioneerde Jood jaren na de oorlog zelfmoord. In zijn afscheidsbrief spreekt hij zich ontgoocheld uit over de oorlogsmisdadigers die nooit zijn opgepakt en gewoon als geslaagde burger deel uit blijven maken van de maatschappij. ‘Ik zie hen lachend de schouwburg binnengaan, door de stad flaneren. Ik kan er niet meer tegen.’ Dit verschijnsel is helaas van alle tijden. In alle lagen van de bevolking. Zij die vrijuit gaan. De aanstichters van oorlogen ontlopen vaak hun straf, maar dat blijft niet beperkt tot deze categorie. In lagere echelons tref je hen ook aan. In ieder willekeurig bejaardenhuis zitten types die in menige mensenziel traumatisch onheil hebben veroorzaakt. Op kleinere schaal wellicht, maar niet minder pijnlijk. Zoals …, onderwijzers uit de jaren zestig van de vorige eeuw.


In de nazomer van 2018 bracht ik een genoeglijke middag door met iemand uit het dorp waar ik ben opgegroeid. Iemand uit hetzelfde milieu, die dezelfde stappen doorlopen had als ik in mijn jeugd. ‘Hoe heb jij je lagereschooltijd ervaren, Nico?’ vroeg deze persoon. ‘Aah, best wel aardig,’ was mijn reactie. ‘Voor mij was het anders, ik werd geslagen door onderwijzers.’ Ik moest meteen mijn mening bijstellen. Kinderen slaan was op mijn lagere school in de tweede helft van de jaren zestig bijna aan de orde van de dag. We kwamen tot de conclusie dat de onderwijzer die nog enigszins de goedkeuring van mijn voormalige dorpsgenoot kon wegdragen, nu juist de man was die mij het meest frequent sloeg. Deze man had twee gezichten: aardig en behulpzaam, maar ook cynisch en opzettelijk kwetsend. Ik herinner me dat zijn vrouw ook wel eens op school was. Zij was zeer verrukt me te horen zeggen dat ik later – net als mijn vader – boer wilde worden. Een lieve vrouw die aandacht aan me schonk; dat overkwam me niet elke dag. De impact van de aandacht die zijn vrouw mij gaf, moet hem niet ontgaan zijn. Op een dag kwam hij op de speelplaats naar me toe, boog zich over me heen en beet me toe: ‘Mijn vrouw vindt jou een walgelijke jongen!’ Dagenlang was ik verdoofd van pijn en ontsteltenis, en ja ... van totaal onbegrip.


Deze man sloeg met veel venijn kinderen. We schreven in die dagen nog met pen en inkt en ik zie nog voor me dat de onderwijzer de schriftjes kwam controleren. Ik had een roze vloeipapier op mijn werk liggen en hield beide handen beschermend op mijn oren. ‘Pak die vloei weg,’ klonk het gebiedend. En nog voordat hij een blik op mijn werk had kunnen richten, kreeg ik met open hand een harde klap tegen de zijkant van mijn gezicht. Niet zomaar een tik, die geen effect naliet. Nee, een klap waar je tien, vijftien secondes van moest herstellen. In stilte zat je te wachten totdat de schrijnende pijn wegtrok. Een bokser zou acht tellen rust krijgen! Ik heb kinderen letterlijk zien tollen door de kracht van de slagen die deze man uitdeelde. We kwamen tot de conclusie – mijn dorpsgenoot en ik – dat de helft van het docententeam op onze school kinderen sloeg. Drie op de zes. Allemaal mannen. Het waren de jaren zestig. Niemand van de slachtoffers maakte dit thuis kenbaar aan zijn of haar ouders. Ik deed het niet en wellicht de anderen ook niet. Het was onze kleine oorlog, zou schrijver Louis Paul Boon hebben gezegd. Misschien was het onrecht te verteren, omdat het meerderen trof en het iedereen als een dreiging boven het hoofd hing.


Zij die vrijuit gaan. Mannen die bij hun afscheid in crematoria met liefdevolle woorden bewierookt worden. ‘Onze lieve opa’, ‘onze fijne papa’, ‘Je zult altijd bij ons blijven’. Ja, je zult altijd bij ons blijven! Je bent verantwoordelijk voor het beschadigen van het kind in een kind. En dat in veelvoud. Je kon ongeremd je gang gaan in ons dorp en je soortgenoten op al die andere scholen. Of je berouw hebt gekend in de nadagen van je leven, zullen we nooit weten. Je hebt je er in ieder geval nooit over uit gelaten. Wellicht heb je er toch wel eens over nagedacht, onderwijzer in het dorp van mijn jeugd. Je legde de uitnodiging voor de reünie immers naast je neer.


Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
No tags yet.
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page