LIEFDE VOOR GRONINGEN
Je moet weten wat je ziet, anders mis je het. Boven het korenveld steken twee flapjes uit. Donkerbruin. Je verplaatst je te voet of – zoals ik – op de fiets. En de flapjes draaien mee. Het is een grote haas die er voor kiest jou als indringer in de gaten te houden in plaats van weg te rennen. In het avondlicht dat het hart van iedere fotograaf weet te raken, scheert een vlucht ganzen laag door de lucht. Het korenveld gaat aan de horizon over in een blauwe hemel die nog even vecht tegen de langzaam opdringende duisternis.
Ik ben in Groningen, de provincie Groningen, die ik een beetje thuis mag noemen omdat mijn vrouw hier vandaan komt. Groningen is mooi, zeker als je er op vakantie bent. Dan is immers alles mooier. De mens staat dichter bij waarneming via de zintuigen, omdat de maatschappelijke verplichtingen als een telefoon op uit staan. Je zult op dinsdagochtend op weg naar je werk niet snel stoppen om enkele klaprozen te bewonderen, wel? De prijs die we allen betalen voor ons bestaan, arm en rijk.
Groningen is het land van waarneming. Weidse ruimtes, graanvelden en suikerbietenvelden. Kaarsrechte asfaltweggetjes die ophouden bij het laatste akkerveld. Dorpjes gemarkeerd door bomenrijen, slingerwegen en water dat aarzelend haar rentree heeft gemaakt in de vroegere graanschuur van Nederland. Je krijgt weer oog voor detail, want de mens in jou neemt het voor even over. Hier ben je een persoon, geen beoefenaar van een beroep. Die gewaarwording heb je tijdens andere vakanties in het buitenland natuurlijk ook. Het ondergewaardeerde noorden van ons land doet voor deze ervaring echter niet onder. Laat ik duidelijk zijn: datgene waar jij oog voor hebt in het buitenland, ligt hier geduldig op je komst te wachten.
Kleine leefgemeenschappen met welluidende namen als Doodstil, Hongerige Wolf en Kostverloren staan voor een verstilde levensstijl die misschien over veertig jaar niet meer bestaat. Dan kent ons land ook spookstadjes, net als veel van de omliggende landen tegen die tijd. De bevolking hier is wellicht met minder tevreden. Men bevindt zich ver van de Randstad. De Groninger is aardig en geïnteresseerd in anderen. Vergeet die stereotieperij waar Journaaljournalisten schijnbaar altijd naar op zoek zijn.
De toerist die resoluut voor bestemming Groningen kiest, is meer uitzondering dan regel. Op doortocht naar Scandinavië, is een vaak gehoorde kreet. Als ik op Het Hogeland in het mierzoete dorpje Stitswerd in het kerkje door het gastenboek blader, staan er echter verrassend veel namen van buitenlanders in. Australiërs, Nieuw-Zeelanders. De mens is een raar iets. Het moet ver van eigen stal zijn om ergens enthousiast over te worden. Het kerkje en het kerkhof eromheen kunnen zo authentiek dienst doen in een film over vervlogen tijden.
Het gebied dicht bij de zee, het Hogeland, en grote streken elders in de provincie, staan nog in dienst van de landbouw. Het oogsten van het graan is een fraai schouwspel. Roofvogels en grote hazen, zoals je ze nergens ziet, een fietsroute die je naar een door jezelf te bedienen pondje leidt, allemaal strelingen voor het oog. Maak een boottocht op het Oldambtmeer bij de Blauwestad, het 800 hectare grote meer dat in 2005 het levenslicht zag.
Nee, het getuigt van bekrompenheid om de provincie alsmaar in één adem te noemen met aardbevingen. Noord-Ierland is ook meer dan The Troubles. En Amsterdam is ook meer dan De Wallen, De Arena en De Dam. Tot ziens in Groningen!